zaterdag 18 juli 2009

boogschieten

Vorig jaar mocht Jesse ergens tijdens een opendag boogschieten. Ik was er niet bij, maar genoot vorige week alsnog bij het zien van de foto's die ik onverwachts kreeg...





zaterdag 11 juli 2009

slopen

In februari zijn we begonnen met het graven van de putten van de nieuwe stal. Er is toen beton gestort en de hele onderbouw is afgemaakt. De putten van het nieuwe gedeelte waren klaar, het beton voor de boxen en het voerpad was gestort. Ook is er geheid op de plaatsen waar de spanten straks zullen staan en is er fundering voor de muren gestort. Vervolgens was het wachten op de sloop van de oude stal, om weer verder op te kunnen bouwen. Maar daarvoor zouden eerst de koeien dag en nacht buiten moeten kunnen blijven.
Inmiddels zijn ze achter alweer een tijdje aan de gang. Er is een bedrijf gekomen om alle asbest platen te verwijderen. De stal werd “hermetisch afgesloten” en in principe mochten we nergens meer komen. Het dak werd volledig verwijderd en Jan Atze moest maatregelen nemen om met name alle elektronica in de melkstal en het tanklokaal te beschermen tegen regen. Zelf wordt hij met regen wel nat in zijn “cabriostal”, zoals hij het noemt.





Alle lampen zijn uit de stal gehaald. Alle elektronica is losgehaald en op andere manieren tijdelijk bevestigd. En ook voor de krachtvoerboxen moest het één en het ander veranderd worden. Begin deze week is er een verreiker gekomen om alle spanten te verwijderen. Alleen de voorste twee blijven nog even staan, om zo lang mogelijk bescherming te kunnen bieden aan de melkstal en het tanklokaal.



En de afgelopen dagen is Jan Atze bezig met het slopen van de muren. Het is een kale bedoeling geworden. Maar het duurt niet lang meer. Er wordt volgende week begonnen met het bouwen van de nieuwe stal. Dan komen de spanten.



boodschappen

Het is nou niet echt mijn favoriete bezigheid, maar het moet toch regelmatig gebeuren: boodschappen doen. ’t Liefst sjees ik even door de supermarkt als Marret en Jesse op school zitten en Julia even bij de peuters is. Gauw nog even de DA in, langs de Fixet, de dierenarts en weer naar huis. Maar nu het vakantie is, wordt het wat lastiger om “even” boodschappen te doen. Ik dacht het tot maandag wel te redden, maar kreeg gister in de gaten dat er toch een aantal dingen op raakten waar we niet zo lang zonder kunnen. Zucht. Uitgerekend op zaterdag, de dag die ik sowieso al vermijd met boodschappen doen, moet ik met drie kindjes op pad. Maar goed, het moet. Er op instellen dat ik de hele middag kwijt ben. Want ik moet inderdaad behalve de supermarkt ook even naar de DA. En even naar de Fixet. En nog cadeautjes halen voor een vriendje en vriendinnetje die volgende week jarig zijn. Meteen de eerste winkel hebben ze niet wat ik zoek. Dat betekent een winkel extra op m’n lijstje. Dan maar eerst de supermarkt, hebben we dat gehad. Gelukkig valt de drukte een beetje mee. “Mam, mag ik in de auto?” vraagt Jesse. Het is een winkelwagentje in de vorm van een auto, met een minuscule mand waar ik never nooit boodschappen voor een week voor een gezin van vijf plus alle bouwvakkers, vertegenwoordigers en hulp achter in kwijt kan. Gelukkig maar, want die wagens zijn lomp, onhandig en zo lang dat als je niet uitkijkt iedereen op z’n hakken rijdt. Sorrie Jesse, pak maar een klein winkelwagentje. Maar er zijn maar twee kleine winkelwagentjes. Gelukkig is Marret zo lief en attent om meteen te roepen dat zij wel samen met Julia doet. Jesse scheurt meteen weg. Ik roep hem nog na dat het geen raceauto’s zijn. En ook geen botsauto’s! Ondertussen worstelt Marret met haar wagentje die klemt loopt achter een voorraadkar. Die eerst maar even helpen. Ik ben Jesse allang kwijt. Gelukkig zitten er hoge vlaggen op de kleine wagentjes, dan kan ik al snel volgen waar hij is: de vlag die het hardst om de schappen vliegt, is Jesse. Hem na de groente en fruitafdeling eerst maar weer opsporen om hem duidelijk te maken dat dit echt niet kan. Snel dus even appels, broccoli en een citroen afwegen. Nee, tuurlijk niet snel. Want Marret en Julia willen ook zelf afwegen, knopjes drukken en etiketten plakken. Eerste keer drukken ze niet snel genoeg op de bonknop na het product gekozen te hebben. Dus dan verdwijnt het geselecteerde product. Weer opnieuw. Hand op de weegschaal, dus een kilo extra gewogen. Weer opnieuw. Daar komt Jesse met een rotgang aan. Vlak voor me duikt hij op z’n knieën om af te remmen. “ik was je kwijt!” roept hij zeer verontwaardigd. Gelukkig heb ik vandaag een overdosis van geduld bij me. Ik leg hem rustig uit dat wat hij doet, echt niet kan. En dat hij echt rustiger moet doen, omdat hij anders tegen mensen aan gaat botsen. Hij begrijpt het. Twee meter. Dan zet hij z’n wagentje weer in de versnelling. Ik roep z’n naam. O ja! Even vergeten! En ik denk dat hij het ook daadwerkelijk weer vergeten is. Zo impulsief, hij ziet zoveel, wil zoveel. Ik geef Marret en Julia opdrachten om producten te pakken, wat ze geweldig vinden. Ik zelf heb nog steeds niets in mijn winkelwagen. De zakken aardappels en appels die ik er in had, hebben Marret en Jesse er al uitgehaald en in hun eigen wagentje gestopt. We komen bij de koekafdeling en ik sta op scherp. Gelukkig vragen ze alles netjes en gooien ze niet van alles zonder mijn weten in hun wagentje. Erg leuk als je daar namelijk bij de kassa pas achter komt. Alle leuke Bob de Bouwer-, Dora- of Ice Agekoekjes bevatten allemaal wel melk of ei, dus die komen al niet in aanmerking in verband met hun overgevoeligheid daarvoor. “Maar deze dan? Die vind ik ZO lekker mam!” Vooruit, dat mag wel een keer. Het snoepschap overleven we wonderbaarlijk goed. En eindelijk zijn de kassa’s in zicht. Gelukkig geen lange rij. Die gaan we zelf wel even veroorzaken, want ik wil voorlopig de supermarkt niet meer in. Dapper helpen m’n kindjes mee om de boodschappen op de band te leggen. Gelukkig geen fles roosvicee op de grond. Of een tube tandpasta in het rek van de batterijen, waardoor je op je knieën onder de band moet om er weer bij te komen. Maar wel met zo’n tien producten extra die ik anders niet koop. En drie magazines met lego en kleurplaten van ‘de kleine prinses’. En Jesse die kapseist met (gelukkig een lege) winkelwagen. Dat was winkel twee. Nog vier te gaan… Iets wat ik normaal in een uur makkelijk red, doen we nu ruim twee uur over. Nog vijf weken genieten van de hulp van m’n kindjes. Dan maar een hele ochtend of middag er voor uittrekken. Na de zomer kan het wel weer snel.

woensdag 8 juli 2009

iet liet laait

Voordat Julia gaat slapen, lezen we altijd samen een boekje en zingen we een paar liedjes. Ze heeft een hele stapel boeken, maar kiest vaak maanden lang hetzelfde boekje. Tja, herhaling hè?! Op dit moment is het boekje “kleine Pluis” zwaar favoriet. We kennen het allebei zo langzamerhand aardig uit ons hoofd zodat we het zelfs op de fiets onderweg naar school kunnen vertellen. Maar de laatste paar dagen pakt ze haar hele stapel boeken van Nijntje, met kleine Pluis bovenop. Ze legt ze op m’n schoot, staat met één hand in haar zij en wijst met haar vingertje naar de stapel boekjes: “Iet liet laait is eelijk leg!” zegt ze stoer. Het is even stil. “Dus.” Ze pakt de hele stapel, geeft kleine Pluis aan mij, legt de rest weg en klimt op schoot. Kleine Pluis heeft eerlijk gewonnen.

maandag 6 juli 2009

in de tuin

Gewoon. Omdat ik het mooie foto's vind.






(klik aan voor vergroting)

zondag 5 juli 2009

hechten

Het was erg warm, ze hadden de hele ochtend spelletjes gedaan met school om de laatste schooldag te vieren en mochten nu even bij Yinka gaan zwemmen. Want Yinka heeft een heel groot bad! Ze genoten enorm. Door een band duiken, rondjes zwemmen, onder water en af en toe er even uit om wat te drinken om er vervolgens meteen weer in te duiken. Af en toe was voor Jesse de verleiding te groot om niet heel even met de mooie Brudertrekkers van Jenno te spelen. Maar toen plotseling een sprint naar binnen, op de plavuizenvloer. Onderuit natuurlijk met z’n natte voeten. En met z’n voorhoofd tegen de plavuizendrempel. Een gapende snee van bijna 4 cm, enorm veel bloed en een mannetje compleet overstuur. Ik heb hem gauw op schoot genomen, met een handdoek tegen z’n hoofd. Gelukkig is het dit keer een door-de-weekse-dag en het is nog geen vijf uur, schiet het door me heen. We hoeven dus niet wéér naar de dokterswacht in Heerenveen te vliegen. Eenmaal bij de dokter mogen we meteen doorlopen naar de behandelkamer. Een assistente komt kijken en legt alle hechtspullen al klaar. M’n buik krimpt ineen. Hoewel ik al wist dat zo’n enorme wond natuurlijk nooit geplakt kan worden, had ik toch stiekem de hoop dat hem dit bespaard zou blijven… De assistente legt aan Jesse uit dat er zo een dokter komt om de snee dicht te naaien. Jesse knikt. Maar zodra de assistente uit de kamer is, begint Jesse te huilen en zegt dat ‘ie dat niet wil. “Ja maar gaat dat dan in mijn lijf?” vraagt hij me en ik hoor de paniek in z’n stem. M’n keel knijpt dicht en ik bevestig zijn vermoeden. Hij begint erg te huilen en roept dat ‘ie dat echt niet wil en dat ‘ie NU naar huis wil. Ik troost hem, probeer hem gerust te stellen, zeg dat ik dat ook niet wil, maar dat het toch zal moeten. Dat het allemaal niet fijn is, en ja, dat het zeer zal doen, maar dat ik bij hem ben en dat we samen gaan bedenken wat voor leuke dingen we daarna kunnen gaan doen als troost. Iets lekkers eten, iets leuks gaan doen of een cadeautje uitzoeken? Dat is niet zo’n moeilijke keus voor Jesse. Hij wil natuurlijk iets van Bruder uitzoeken. Aangezien hij de hele Brudercatalogus uit z’n hoofd kent, begint hij al te bedenken wat hij graag zou willen hebben (wat niet!). Hij wordt iets rustiger door de afleiding, maar af en toe schiet de paniek weer toe. Hij wil dat ik tegen de dokter zeg dat hij echt niet wil dat ze z’n snee gaan hechten. Ik beloof het hem, maar zeg hem dat de dokter dat wel gaat doen. Het is jammer dat we nu wel erg lang op de dokter moeten wachten. Als de dokter er is, zeg ik hem zoals beloofd dat Jesse het niet wil. Maar helaas, de dokter gaat het toch hechten. Voor plakken is de wond te groot. We leggen Jesse uit dat ‘ie eerst een prikje in de snee krijgt, zodat hij straks van het hechten niets voelt. Maar dat stelt Jesse niet gerust. De verdoving is ronduit afschuwelijk. Het doet hem echt ontzettend pijn. Zelfs nu ik dit een paar dagen later schrijf, voel ik alle emoties van dat moment weer boven komen. Hij schreeuwt het uit, knijpt mijn hand gelukkig helemaal fijn en schopt met z’n benen. Maar mijn stoere dappere vent probeert op geen enkele manier het fysiek tegen te gaan en laat het toe. Het valt me niet mee m’n tranen te bedwingen, maar wil het niet voor hem. Het eindeloze moment is even voorbij. Even kalmeren en de verdoving laten inwerken. Jesse huilt dat het nu klaar is en dat ‘ie naar huis wil. Natuurlijk gelooft hij er geen moer van dat ‘ie nu niks meer van het hechten zal voelen, maar opnieuw laat mijn grote vent het toe, zij het met flink protest. Aan zijn reactie te merken, voelt hij weinig van de eerste twee hechtingen, maar bij de derde en de vierde schreeuwt ‘ie het weer zo hard uit, dat ik me afvraag of de verdoving daar wel goed werkt. Na elke hechting vraagt hij of het de laatste was. M’n arme mannetje. Na vier hechtingen in z’n mooie koppie is hij helemaal kapot. Hij huilt zacht, te moe om nog luid te protesteren. Samen zitten we even stilletjes bij te komen, terwijl de dokter, assistente en Rina na praten over het feit dat dit de rotste klussen zijn voor dokters om te doen. De assistente pakt een ton en Jesse mag iets uitzoeken. Jesse pakt een pakje met wat volgens hem Pokémonplaatjes zijn. Hij glimlacht voorzichtig en zegt dat Jenno die ook heeft. Op de terugweg hebben we het over de vrachtauto van Bruder die we zullen gaan kopen. Onvoorstelbaar, terwijl ik het liefst een stil plekje zoek om even m’n emoties te kunnen laten gaan, lijkt hij alles al weer een beetje te vergeten. Maar zomaar vergeten is hij het echt niet. Want als ik hem ’s avonds naar bed breng en we samen nog even liggen te praten over wat er is gebeurd, zie ik plotseling de tranen in zijn ogen springen en enorm veel pijn, boosheid en verdriet. Hij vraagt of de draadjes er ook weer uit moeten. Dit had ik hem vandaag willen besparen, maar vertel hem de waarheid. Opnieuw paniek. Tuurlijk gelooft hij het niet dat dat vrijwel geen pijn doet! Als je er naar kijkt doet het al zeer! Mijn arme mannetje. Wat spijt het me dat je dit moest doorstaan. Wat doet dit ook veel met mezelf. En dat alleen maar bij ’t hechten van een snee. Hoe moet dat zijn voor al die kinderen en ouders die nog zoveel meer moeten doorstaan?
Gelukkig gaat het goed met Jesse. Hij heeft alweer volop in ons zwembadje gespeeld. Per ongeluk een bal gekopt. En gedoken. En op een haar na met z’n kin het krukje gemist tijdens één van z’n snoekduiken. Zucht. Ik vrees dat dit niet het laatste bezoek aan de dokter was…