maandag 26 mei 2008

zelfportret

Marret vindt het leuk om te fotograferen. En vooral om zichzelf te fotograferen. Je kan meteen het resultaat zien, dat is nou eenmaal het voordeel van de digitale fototoestellen. En als je dus niet helemaal in beeld bent, neem je gewoon nog een foto…




vrijdag 16 mei 2008

eerste snee

Afgelopen maandag is Jan Atze begonnen met maaien. De eerste keer dit jaar, de “eerste snee”. Het was de bedoeling om donderdag 33 ha te gaan kuilen. Dat is erg veel, dus heeft Jan Atze ook een deel van het maaien uitbesteed aan het loonbedrijf. Het zijn altijd hele drukke en vaak chaotische dagen. Alles moet snel. Er is amper tijd om te eten. Een paar jaar geleden hebben we brood op het land gegeten, omdat Jan Atze snel weer door wilde gaan met maaien en geen tijd had helemaal naar huis te gaan. En die “traditie” is gebleven. Afgelopen maandag hebben we gepicknickt in het land. Natuurlijk vonden Marret, Jesse en Julia dat geweldig! Vooral door het pas gemaaide gras heen rennen, of er lekker in gaan liggen.





Na het maaien moet er geschud worden, zodat het gras kan drogen. Maar voordat de hakselaar het kan oppakken, moet het eerst nog in banen gelegd worden, in wiersen. Dat gebeurt met de swilmachine. De hakselaar pakt het dan vervolgens op, hakselt het en spuit het in de silagewagen. De trekker met de silagewagen gaat vervolgens naar de kuilbult en lost al het gras. De shovel rijdt dan alles goed aan, zodat er zo min mogelijk lucht tussen zit en het goed conserveert.
Het is altijd een hele planning. Je moet op tijd reserveren bij het loonbedrijf, want iedereen wil altijd tegelijk kuilen. Het is dus best lastig een week van te voren in te schatten of het een aantal dagen echt droog blijft. Jan Atze kijkt dan ook vaak op internet, teletekst en luistert naar de weerberichten op de radio. En dan maar hopen dat het droog blijft en er niet ineens ergens toch nog een bui ontstaat.
Het loonbedrijf zou donderdag om 10 uur komen. Zelf probeer ik ook altijd alles goed er omheen te plannen. Er moet voor koffie en eten gezorgd worden, Marret en Jesse willen graag even gaan kijken en het liefst ook mee op de hakselaar. Maar het loopt altijd op het laatste moment net weer even wat anders en je hele planning wordt weer omgegooid. Flexibel zijn dus.
Woensdagmiddag kwam ik om half 6 thuis met de kinderen en hoorde ik dat de hakselaar om 6 uur al zou komen. Ik beloofde Marret en Jesse dat ze mee mochten. Maar de hakselaar kwam toch een uur later, terwijl ik de kinderen vroeg naar bed wilde brengen. Wat waren ze teleurgesteld dat ze niet mee mochten… Ik beloofde hen dat we de volgende ochtend vroeg eruit zouden zodat ze voor dat ze naar school zouden gaan nog even bij de hakselaar konden gaan kijken.

Donderdagochtend half 8. En Marret en Jesse zaten op de hakselaar. De 33 ha is inmiddels ingekuild, het plastik is over de bult heen getrokken en vast gemaakt. Moe maar voldaan na vier hectische dagen.

zondag 11 mei 2008

moederdag

Een paar weken geleden hadden ze het er al over: moederdag. Ik haalde Marret en Jesse uit school en vroeg hoe 't was geweest en wat ze hadden gedaan. “We hebben een verrassing gemaakt!” “Wat leuk, wat hebben jullie gemaakt?” “Nee-hee!! Het is een verrassing voor moederdag! Dus het is geheim!!” Aan hun grote stralende pretoogjes zag je dat ze het eigenlijk het liefst meteen wilden vertellen, maar dat het toch ook wel heel spannend was om een geheim te hebben. Ik probeerde het nog bij Jesse: “fluister het maar in m’n oor, dan vertel ik het aan niemand!” En meteen zei Jesse zachtjes: “het is een verjaardagskalender!” Au. Dat was nou net niet de bedoeling… Hoe kon ik zo stom zijn! Ik had niet verwacht dat hij het er zo snel zou uitflappen! Gelukkig had Marret het niet in de gaten dat Jesse binnen vijf minuten z’n mond al voorbij had gepraat. Want ze zou echt boos zijn geworden. Dan was t geen verrassing meer!! Ze had het trouwens zelf ook allang verraden door van alles te noemen wat het zou kunnen zijn, maar dat het in ieder geval geen verjaardagskalender was! Met een stiekeme glimlach naar Jesse die er geheimzinnig om moest grinniken.
We hebben alle nachtjes afgeteld. Ze hadden hun cadeautjes zelf verstopt en ik zou ze op moederdag mogen gaan zoeken. “Die van mij ligt in de la mam”, zei Jesse meteen. Marret boos op hem dat ‘ie het verraden had. “Nee hoor mama, hij ligt ergens anders”, met een verwijtende blik naar Jesse.
Ik mocht lekker in m’n bed blijven liggen op moederdag, vertelde Marret. Wat een heerlijk idee!! Een keer niet zo idioot vroeg eruit hoeven!! En dan verwend worden met die stralende gezichtjes als je hun cadeautje openmaakt. Nou ja, een poging doet om het open te maken. Halverwege nemen ze het uitpakken over, omdat ze niet kunnen wachten nu eindelijk te kunnen laten zien wat ze gemaakt hebben en al die tijd hebben verstopt.
Moederdag, kwart voor vijf en Julia is wakker. Zucht. ‘t Zou ook te mooi om waar te zijn geweest. Ze is meestal erg vroeg wakker, maar dit is wel heel erg. In de hoop dat ze nog even verder gaat slapen, leg ik haar tussen ons in. Wetende dat ze dat toch niet doet, want dat doet ze nooit. Jan Atze ontfermt zich t eerste half uurtje een beetje over haar, maar moet er dan uit om te melken. Kwart over vijf!! Ik wil slapen! Maar madam ligt echt geen tel stil. Ligt dan weer zo, dan weer zo. Meestal boven op je hoofd, of op je haar, met haar elleboog in je gezicht, of een knie in je rug… Wat een ramp. En na een kwartiertje is ze dat ook wel zat. Ik ook, maar ik heb er alles voor over nog heel even te kunnen blijven liggen. Julia gaat eruit en ik doe gauw de deur van onze slaapkamer dicht zodat ze Marret en Jesse niet wakker kan maken. Weer eruit omdat ze ergens op is geklommen en er niet meer af durft. Weer eruit omdat er een kus op haar gestoten knie moet. Weer eruit om de stekker van de telefoon eruit te trekken voordat ze iemand op dit achterlijk vroege tijdstip belt. Kwart voor zes. Jesse staat naast m’n bed. Nat. Ik geef t op, ik moet eruit. Om zes uur ’s ochtends sta ik al een was te draaien, tafel te dekken en de afwasmachine leeg te ruimen. Terwijl ik bedenk wat ik zo meteen allemaal moet pakken omdat we ook nog een moeder en een schoonmoeder moeten gaan bezoeken. Zo begint mijn moederdag. Dat romantische idee van in m’n bedje te mogen blijven staat nogal in schril contrast met de harde werkelijkheid van nu. Terwijl ik Julia eten geef hoor ik Marret boven aan de trap. “Mam! Weet je wel wat voor dag het vandaag is?!!” Ik reageer quasi verrast: “o ja, het is moederdag!” “Waarom lig je dan niet in bed?” vraagt ze zeer teleurgesteld en met een trillend lipje. Je doet het niet zo snel goed als moeder, geloof ik. In ieder geval wordt er een groot beroep gedaan op je creativiteit. Ik probeer haar uit te leggen dat ik dat wel had gewild, maar dat het niet kon. Ik stel voor om zodra Julia klaar met eten is, weer in m’n bed te gaan liggen. Mokkend gaat ze akkoord, maar ze moet duidelijk haar teleurstelling nog even verwerken. Wat herkenbaar. Ik ga naar boven, maar hoef niet meer m’n bed in. De nieuwsgierigheid naar mijn reactie heeft blijkbaar alles overwonnen. Ik moet op zoek naar de cadeautjes. En natuurlijk zoek ik me rot op alle plekken die ik maar kan bedenken behalve de plekken waarvan ik weet dat daar de cadeautjes liggen. En hun stralende, trotse gezichtjes terwijl ik hun cadeautjes openmaak, ze vol bewondering bekijk, zeg hoe knap ik het vind en hen bedank voor de prachtige verjaardagskalenders. Dat maakt deze vroege ochtend helemaal goed. Dat is pas echt een moederdagcadeau.

zaterdag 10 mei 2008

nieuwe stal

In de winter is het op een boerderij meestal wat rustiger. Er is geen landwerk te doen dus het dagelijkse werk bestaat voornamelijk uit voeren en melken. Daarnaast blijft er nog genoeg werk over, dat wel. Machines worden in het najaar schoongemaakt en in het vet gezet, er wordt gewerkt aan onderhoud en aan alles waar in het voorjaar en in de zomer geen tijd voor is. In februari mag er weer mest uitgereden worden, dus dan begint het landwerk weer een beetje. Maar waar Jan Atze de afgelopen winter vooral mee bezig is geweest, is met een nieuwe stal. Eindeloos veel informatie ingewonnen, plannen gemaakt, stallen bekeken, tekeningen laten maken en bouwvergunningen aangevraagd. En deze week zijn dan echt de eerste stappen voor de daadwerkelijke bouw van een nieuwe ligboxenstal voor de melkkoeien gezet: er is een sondering gemaakt. Er kwam een vrachtauto met een boor op de auto en daarmee hebben ze de dichtheid van de grondlagen kunnen bekijken. Deze informatie hebben we nodig om de constructieberekeningen voor de onderbouw te kunnen doen. Dus om te bepalen wat we met de fundering moeten doen: hoe dik moet de bodem van de putten zijn, moeten er poeren gestort worden, moet er geheid worden…
Het is een kleine stap van een hele grote klus, waar we deze zomer hard aan zullen werken.


maandag 5 mei 2008

4 mei

Van kinds af aan loop ik bijna altijd mee met de herdenkingsoptocht. En nu vond ik het wel tijd om Marret een keer mee te nemen. Tijdens het eten had ik Marret en Jesse al uitgelegd wat dodenherdenking is. En wat we herdenken en wat we doen op 4 mei. Het maakte diepe indruk op ze. Steeds nadat ik weer iets vertelde, waren ze even stil. Hun oogjes opzij gericht, hoofdjes een beetje schuin en dan kwam er weer een nieuwe vraag. Waarom hangt de vlag dan buiten? Waarom moet je dan zo lang stil zijn?
Nadat ze in bad waren geweest en ik ze een boekje had voorgelezen, bracht ik Jesse naar bed. Ik vind hem nog net wat te jong om mee te gaan. Pas toen heb ik Marret verteld dat ze mee mocht. Helemaal blij en opgewonden. Dan moet ik m’n pyjama dus weer uit doen, vroeg ze blij. Wat een feest, dodenherdenking!! Kleren aan, weer mee naar beneden. In een recordtijd ruimde ze vervolgens de hele kamer op.
We waren net op tijd, alle trommels waren al te horen. We liepen naar de wachtende mensen en ik voelde een kleine hand de mijne pakken. Ze keek haar ogen uit en vroeg van alles. Waarom de mannen met de trommels daar liepen en waarom ze nu ineens stil stonden. En wie die mensen in die groene kleren waren. En waar we naar toe liepen. En waarom er allemaal vogelpoep op de weg lag.
We liepen de laan van het kerkhof op en het tromgeroffel hield op. Alleen de grote trom sloeg nog zachtjes op het ritme van elke stap. Als kind kreeg ik daar al kippenvel van. En nu opnieuw. De blazers van de fanfare stonden voor de kerk en begonnen te spelen. Opnieuw kippenvel. En Marret voelde vast een zelfde soort gevoel. Wat mooi, riep ze enthousiast. En waarom staan er allemaal stenen op het kerkhof? Zijn die mensen allemaal in de oorlog doodgegaan? Ken jij al die mensen? En waar ligt grootopa dan?
Het was twee minuten stil en ze heeft geen kick gegeven en even niets gevraagd. Wat had ik graag even mee “geluisterd” naar alles wat er in dat mooie koppie van haar omging.
Het Wilhelmus werd gespeeld. Hé, dat speelden ze ook met Sinterklaas!! Ik keek haar even vragend aan, maar bij het tweede couplet hoorde ik het ook. De eerste drie noten zijn hetzelfde als “zie ginds komt de stoomboot”. En doordat de fanfare tijdens de intocht van Sinterklaas ook speelde, snapte ik dat ze daar aan moest denken.
We liepen langs de graven en ik vertelde van welke landen de vlaggen waren en dus uit welke landen de soldaten kwamen die hier omgekomen waren tijdens de oorlog.
We liepen weer helemaal terug naar de auto. Mam, we zijn vergeten bij grootopa’s graf te kijken. We zijn met de auto opnieuw naar het kerkhof gegaan en hebben nog even bij het graf gekeken van grootopa. Mijn opa.


foto: David Vlietstra