zaterdag 11 juli 2009

boodschappen

Het is nou niet echt mijn favoriete bezigheid, maar het moet toch regelmatig gebeuren: boodschappen doen. ’t Liefst sjees ik even door de supermarkt als Marret en Jesse op school zitten en Julia even bij de peuters is. Gauw nog even de DA in, langs de Fixet, de dierenarts en weer naar huis. Maar nu het vakantie is, wordt het wat lastiger om “even” boodschappen te doen. Ik dacht het tot maandag wel te redden, maar kreeg gister in de gaten dat er toch een aantal dingen op raakten waar we niet zo lang zonder kunnen. Zucht. Uitgerekend op zaterdag, de dag die ik sowieso al vermijd met boodschappen doen, moet ik met drie kindjes op pad. Maar goed, het moet. Er op instellen dat ik de hele middag kwijt ben. Want ik moet inderdaad behalve de supermarkt ook even naar de DA. En even naar de Fixet. En nog cadeautjes halen voor een vriendje en vriendinnetje die volgende week jarig zijn. Meteen de eerste winkel hebben ze niet wat ik zoek. Dat betekent een winkel extra op m’n lijstje. Dan maar eerst de supermarkt, hebben we dat gehad. Gelukkig valt de drukte een beetje mee. “Mam, mag ik in de auto?” vraagt Jesse. Het is een winkelwagentje in de vorm van een auto, met een minuscule mand waar ik never nooit boodschappen voor een week voor een gezin van vijf plus alle bouwvakkers, vertegenwoordigers en hulp achter in kwijt kan. Gelukkig maar, want die wagens zijn lomp, onhandig en zo lang dat als je niet uitkijkt iedereen op z’n hakken rijdt. Sorrie Jesse, pak maar een klein winkelwagentje. Maar er zijn maar twee kleine winkelwagentjes. Gelukkig is Marret zo lief en attent om meteen te roepen dat zij wel samen met Julia doet. Jesse scheurt meteen weg. Ik roep hem nog na dat het geen raceauto’s zijn. En ook geen botsauto’s! Ondertussen worstelt Marret met haar wagentje die klemt loopt achter een voorraadkar. Die eerst maar even helpen. Ik ben Jesse allang kwijt. Gelukkig zitten er hoge vlaggen op de kleine wagentjes, dan kan ik al snel volgen waar hij is: de vlag die het hardst om de schappen vliegt, is Jesse. Hem na de groente en fruitafdeling eerst maar weer opsporen om hem duidelijk te maken dat dit echt niet kan. Snel dus even appels, broccoli en een citroen afwegen. Nee, tuurlijk niet snel. Want Marret en Julia willen ook zelf afwegen, knopjes drukken en etiketten plakken. Eerste keer drukken ze niet snel genoeg op de bonknop na het product gekozen te hebben. Dus dan verdwijnt het geselecteerde product. Weer opnieuw. Hand op de weegschaal, dus een kilo extra gewogen. Weer opnieuw. Daar komt Jesse met een rotgang aan. Vlak voor me duikt hij op z’n knieën om af te remmen. “ik was je kwijt!” roept hij zeer verontwaardigd. Gelukkig heb ik vandaag een overdosis van geduld bij me. Ik leg hem rustig uit dat wat hij doet, echt niet kan. En dat hij echt rustiger moet doen, omdat hij anders tegen mensen aan gaat botsen. Hij begrijpt het. Twee meter. Dan zet hij z’n wagentje weer in de versnelling. Ik roep z’n naam. O ja! Even vergeten! En ik denk dat hij het ook daadwerkelijk weer vergeten is. Zo impulsief, hij ziet zoveel, wil zoveel. Ik geef Marret en Julia opdrachten om producten te pakken, wat ze geweldig vinden. Ik zelf heb nog steeds niets in mijn winkelwagen. De zakken aardappels en appels die ik er in had, hebben Marret en Jesse er al uitgehaald en in hun eigen wagentje gestopt. We komen bij de koekafdeling en ik sta op scherp. Gelukkig vragen ze alles netjes en gooien ze niet van alles zonder mijn weten in hun wagentje. Erg leuk als je daar namelijk bij de kassa pas achter komt. Alle leuke Bob de Bouwer-, Dora- of Ice Agekoekjes bevatten allemaal wel melk of ei, dus die komen al niet in aanmerking in verband met hun overgevoeligheid daarvoor. “Maar deze dan? Die vind ik ZO lekker mam!” Vooruit, dat mag wel een keer. Het snoepschap overleven we wonderbaarlijk goed. En eindelijk zijn de kassa’s in zicht. Gelukkig geen lange rij. Die gaan we zelf wel even veroorzaken, want ik wil voorlopig de supermarkt niet meer in. Dapper helpen m’n kindjes mee om de boodschappen op de band te leggen. Gelukkig geen fles roosvicee op de grond. Of een tube tandpasta in het rek van de batterijen, waardoor je op je knieën onder de band moet om er weer bij te komen. Maar wel met zo’n tien producten extra die ik anders niet koop. En drie magazines met lego en kleurplaten van ‘de kleine prinses’. En Jesse die kapseist met (gelukkig een lege) winkelwagen. Dat was winkel twee. Nog vier te gaan… Iets wat ik normaal in een uur makkelijk red, doen we nu ruim twee uur over. Nog vijf weken genieten van de hulp van m’n kindjes. Dan maar een hele ochtend of middag er voor uittrekken. Na de zomer kan het wel weer snel.

3 opmerkingen:

roos zei

hahaha! Doet me ergens aan denken...
Een paar terug ging ik ook met marret en jesse boodschappen doen, ik kon die lieve gezichtjes, en het ah,toe... niet weerstaan en reed wél met de rode autokar de winkel binnen. Oh, wat een spijt! Jesse had natuurlijk al binnen een minuut die auto voor gezien en zo liep ik met die auto waar nog geen brood en twee pakken melk in konden en racete jesse en marret door de supermarkt met kleine winkelwagentjes die hadden zien staan. Bezweet, met alle boodschappen in die rode auto gepropt, schamend voor de half opengemaakte pakken macaroni (waar jesse de helft al uit had opgegeten..) stond ik in de rij van de kassa toen ik een knal hoorde. De dak van het televisiehuisje lag er af, Jesse stond enthousiast te springen voor de televisie en raakte toen met zowel zijn handen als zijn hoofd het dak, ik deed even alsof hij niet bij mij hoorde. Toen alles in de auto zat, dacht ik: ik moet nog veel leren voordat ik aan kinderen begin!

Marieke zei

@ roos: Oh nee, zijn dat mijn kinderen???!! ;-)

roos zei

hahaha, ja!! En ik ben dol op ze!