donderdag 19 februari 2009

hardlopen

Na de geboorte van Julia ben ik er mee begonnen. Hardlopen. Om weer mee te mogen op de uitruk bij de brandweer, moest ik eerst medisch gekeurd worden en moest mijn conditie goed zijn. De eerste keer dat ik toen hardliep, was ik binnen tien minuten weer thuis. Kotsmisselijk en een illusie armer. Mezelf totaal over de kop gelopen. Op internet gezocht naar een hardloopschema en twee dagen later opnieuw geprobeerd. Dat ging veel beter. Ik bouwde m’n conditie langzaam op en werd goedgekeurd. Lopen deed ik daarna af en toe nog, maar niet veel meer. Tot vorig jaar. Ik mistte het sporten, wat ik altijd veel heb gedaan, en wilde m’n conditie op peil krijgen en behouden. Dus ik begon weer opnieuw met hardloopschema’s. Het ging erg goed en ik genoot enorm van het lopen. In die tijd zat ik niet zo goed in m’n vel en zag het lopen soms echt als therapie, als uitlaatklep. Even niets aan m’n hoofd. Even alleen zijn. Alleen het geluid van m’n voetstappen op het asfalt of een zandpad. Alleen de wind en m’n ademhaling horen, m’n hartslag voelen. Genietend van de serene rust.
Na een tijdje vond ik iemand waarmee ik af en toe samen ging lopen, Els. Ze is hardlooptrainster en zei dat ik aanleg heb voor het lopen. Maar m’n schoenen moest ik weggooien, want daar zou ik blessures van krijgen. Ik ging op zoek naar echte hardloopschoenen. Wat een verschil. Ik zweefde over de weg! Kleding komt nog wel eens, zei ze. Echt niet, dacht ik. Ik ga echt niet in zo’n rare strakke broek lopen!
Tegen de zomer raakte het lopen even weer wat op de achtergrond door de verbouwing van de keuken en omdat ik wat vaker ging crossen op m’n mountainbike. Tot augustus. Ik besloot om ‘t nu toch echt serieus op te pakken. Toen ik vorig jaar begon had ik als doel gesteld dat ik een half uur achter elkaar kon hardlopen. Aangezien ik dat in een mum van tijd al had bereikt, wilde ik nu wel wat meer. Ik wilde 10 km achter elkaar kunnen hardlopen. Maar ook zo snel mogelijk en alles eruit halen wat er in zat. Ik besloot me in te schrijven voor het NK brandweer 10 km hardlopen. Inmiddels had ik toch die rare hardloopkleding gekocht en merkte ook hierbij het verschil: het loopt heerlijk en ik wil niet meer anders. Met Els sprak ik een vaste avond in de week af om intervaltraining te doen. De rest van de week zou ik een duurloop doen en eventueel nog een derde keer gewoon een stukje lekker lopen. Maar je moet die duurloop heel langzaam lopen, benadrukte Els. Ik heb het braaf gedaan. Voor m’n gevoel tergend langzaam gelopen, maar dat was belangrijk. Eerst kilometers maken, spieren sterk genoeg maken, dan pas aan snelheid gaan werken. De afstanden van de duurloop werden steeds langer en ik genoot. Waar ik eerst een blokje van ruim 4 kilometer al een heel eind vond, liep ik er nu zomaar 8. Het bouwde op. En wat een trots voelde ik toen ik voor het eerst de 10 liep! Ik ging verder. 11, 12 en zelfs 13 kilometer. Wie had dat gedacht dat ik dat ooit zou halen!
Toen werd ik in een maand twee keer flink ziek. Weg conditie. Ik baalde enorm. Ik had nog maar 3 maanden en kon voor m’n gevoel weer van voor af aan beginnen. Gelukkig bouwde ‘t zich weer vrij snel op, maar al met al was ik zeker 2 maanden kwijt. Ik begon meer aan m’n snelheid te werken, al maande Els me steeds die duurloop rustig aan te blijven doen. Ik had een doel voor ogen gesteld, een tijd die ik hoop te halen in april op ‘t NK. En daarnaast ook nog een droomtijd, die ik nog liever zou willen halen, maar dan moet alles wel heel erg mee zitten. Ik was tevreden, genoot van het lopen en keek uit naar april.
Tot vorige week. Met een schok realiseerde ik me dat ik nog maar 9 weken heb. En ik zit nog ruim 5 minuten boven m’n doel, en ruim 10 minuten boven m’n droomtijd. Als sneeuw voor de zon zag ik die droomtijd verdwijnen. Niet realiseerbaar. Heb ik niet genoeg gedaan? Niet hard genoeg getraind? Waarom vallen de tijden tegen? Of moet ik echt gewoon geduld hebben en vertrouwen er in hebben dat de trainingen straks echt z’n vruchten zullen afwerpen?
Gisteravond besloot ik om weer eens een keer te kijken hoe hard ik de 10 nu kan lopen. Ik heb me helemaal kapot gelopen. De laatste kilometer alles vervloekt. Wat een rotsport!! Waarom vind ik dit in vredesnaam leuk? Ik loop bijna te spugen van ellende, snak naar adem en zie zwart voor m’n ogen als ik thuis aan kom. En dat ik m’n snelste tijd met 2,5 minuut heb verbeterd kan me helemaal niets schelen. Wat een hel. Dit nooit meer!!
Maar onder de douche sta ik alweer te bedenken hoe ik m’n volgende training het beste kan indelen…

vrijdag 6 februari 2009

graven

Toen we vorig jaar besloten een nieuwe stal te bouwen, was het de bedoeling dat hij voor de herfst klaar zou zijn. Maar we kregen nogal wat tegenslagen. Met name het lange wachten op vergunningen zorgde ervoor dat de stal niet af zou zijn als de koeien weer naar binnen moesten. We besloten daarom in de herfst de onderbouw te gaan doen en dan pas in het voorjaar, als de koeien naar buiten zouden zijn, de bovenbouw. Ook hier kwam weer vertraging in. Maar afgelopen maandag was het dan toch eindelijk zover: er werd begonnen met graven.





De nieuwe stal komt over de oude heen. Hij wordt een stuk langer, iets breder en hoger. Achter de huidige stal wordt er op dit moment gegraven om maandag beton te kunnen storten voor de gierputten die onder de roosters in de nieuwe stal komen te zitten. Nu alles zo’n beetje uitgegraven is, kan je pas echt een beeld vormen hoe groot alles wordt! Als de putten erin zitten, zal de bouw tijdelijk even stil komen te liggen, totdat de koeien naar buiten gaan. Dan zal het dak van de oude stal eraf gaan, en wordt de hele bovenbouw en stalinrichting gebouwd. De melkstal blijft intact, omdat die een paar jaar terug al vernieuwd is.



Het is nog een lange weg, maar hopelijk staat de nieuwe stal er voor de bouwvak!