dinsdag 16 februari 2010

Tinkaling

'Tinkaling moet nog mee!!’ Julia kijkt me verontwaardigd aan als ik de autodeur achter haar dicht doe. Ik doe de autodeur weer open en kijk Julia afwachtend aan. ‘Kom maar Tinkaling’ en ze loopt richting de winkel met haar handje opzij alsof ze iemands hand vasthoudt.
Tinkaling is haar grote vriendin. Tinkaling gaat mee boodschappen doen. Houdt ons niet bij als ik drie schappen verder ben en dus moeten we terug om haar te halen. Tinkaling gaat mee naar de peuterspeelzaal. Tinkaling gaat mee naar buiten om in de sneeuw te spelen. Wil ook je hand vasthouden bij het klimmen op de stenen. Tinkaling helpt mee croissantjes bakken. Zit tijdens het eten bij ons aan tafel. Wil dan een eigen bord. Tinkaling heeft ook een splinter in haar voet en wil ook een pleister. Tinkaling gaat mee in bad en komt ook op schoot om een boekje te lezen. Tinkaling ligt naast Julia in bed en is ook bang voor de olifant die soms ineens naast het bed staat. Tinkaling is overal. De hele dag. Tinkaling is voor mij onzichtbaar maar voor Julia levensecht. Julia praat de hele dag met haar, vraagt haar van alles en vertelt mij alles over haar. ‘Weet je hoe Tinkalings broer heet?’ ‘Koen toch?’ antwoord ik. Toen we namelijk laatst in de bibliotheek waren, ontdekte Julia een boekje over Koen en Lot. Enorm verbaasd en helemaal blij kwam ze enthousiast met het boekje bij me. ‘Kijk! Tinkaling!’ De afbeelding van Lot lijkt dus blijkbaar op haar denkbeeldige vriendinnetje. Ze heeft alle boekjes uit de serie van Koen en Lot meegenomen en we lezen elke avond dus over Koen en Lo.. eh.. Tinkaling. Hoewel Koen in het boek een vriendje van Lot is, is Koen in Julia’s werkelijkheid de broer van Tinkaling. ‘Ja, Koen is ook haar broer. Maar die bedoel ik niet’ zegt Julia nu. Ik kijk haar vragend aan. ‘Nee, ik weet niet hoe haar andere broer heet’ antwoord ik haar. Haar oogjes gaan omhoog terwijl ze haar hoofd schuin houdt. Het is even stil. Dan antwoordt ze: ‘die heet eh, Winna! Ja, Winna!’ Die woont eh.. daar!’ En ze wijst met haar vinger. ‘Hélemaal daar! Maar dat is vlakbij hoor. En weet je wie daar ook woont?’ ‘Nou?’ Opnieuw de blik van een denkende Julia. ‘Tinka!’ Die naam heb ik al veel vaker gehoord. Het is het vriendinnetje van Tinkaling. En die gaat ook wel eens mee boodschappen doen. En die houdt mijn tempo meestal ook niet bij. Dus als ik dan alle boodschappen eindelijk in de auto heb en nog even naar de drogist moet, stel ik wel eens voor om Tinkaling en Tinka vast in de auto te zetten. Gelukkig gaat Julia meestal akkoord, zodat we even wat sneller de laatste dingen kunnen halen. Al weet ik niet wat meer tijd vergt: Tinkaling en Tinka in de auto zetten, vastmaken, de CD voor ze aanzetten en dan natuurlijk nog uitgebreid gedag zeggen, geruststellen en afscheidkusjes en knuffels geven, óf om toch Tinkaling en Tinka maar mee te nemen naar de drogist… Maar toegegeven, ik gebruik Tinkaling ook wel eens als Julia haar draai even niet kan vinden. Ik hoef maar even te zeggen dat ik denk dat Tinkaling graag met haar in het keukentje wil spelen, en Julia vermaakt zich weer uren. Tinkaling is écht.


uit: Het grote Koen en Lot boek

Geen opmerkingen: