donderdag 24 december 2009

dooi

Het is een trieste aanblik: de scheve sneeuwpop, met nog maar één oog, z’n hoed half afgezakt. Hij is aan het smelten. Het dooit. En hoewel er een flink pak sneeuw ligt en het dus wel even zal duren voordat alle sneeuw weg is, voel ik niet meer wat ik voelde toen er net verse sneeuw lag…

Donderdagochtend, half zeven. Ik dwing mezelf er nu toch echt uit te gaan, anders komen we te laat op school. Ik ben doodmoe van de afgelopen tijd. Met m’n ogen amper open doe ik de gordijnen open. Meteen ben ik klaar wakker en voordat ik het weet heb ik het dakraam al open en kijk ik verwonderd naar de sneeuw die al in m’n hand ligt. Een enorme golf van blijdschap voel ik door mijn lichaam gaan. Ik voel de frisse kou in mijn gezicht prikken. Ik adem diep de lucht in. Gauw maak ik Jesse wakker en laat hem de sneeuw zien. Hij sprint op zijn beurt weer naar Marret en om kwart over zeven zijn ze al in de sneeuw aan het spelen.
Ik weet niet wat het nou precies is. Wat de sneeuw met me doet. Ik heb het altijd al gehad. Komt het door de witte kleur? Doordat het zoveel licht weerkaatst? De frisse kou? De stilte en de absorptie van het geluid? Eén ding is zeker: het maakt me enorm blij. Het geeft me een gelukzalig gevoel. En ik krijg er energie van.
We hebben ons in de sneeuw laten vallen, er doorheen gerold, met grote stappen en sprongen door hoge sneeuw gewandeld, met sneeuw gegooid, van heuvels af gesleed, een sneeuwpop gemaakt, verscholen in de bunker om dekking te zoeken voor de sneeuwballen van papa, een iglo gebouwd, ontzettend veel foto’s gemaakt, stilletjes omhoog gekeken en de sneeuwvlokken zien vallen en vooral intens genoten. Jesse heeft de afgelopen week meer buiten dan binnen geleefd. Van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat was hij in de weer met het scheppen van sneeuw op de slee, die hij vervolgens weer naar zijn bunker bracht, om het daar te gebruiken om de wanden te verhogen en te verstevigen. Julia heeft de sneeuw vooral geproefd en gegeten, elke keer dat ze buiten was. Marret heeft dagenlang geprobeerd een sneeuwpop te maken, maar het vroor de eerste paar dagen te hard, waardoor de sneeuw niet wilde plakken. Maar maandag is het toch gelukt. En uiteindelijk hebben we eergister de bunker nog kunnen ombouwen tot een iglo.
Tig keer per dag heb ik alle kindjes in jassen, mutsen, handschoenen, sjaals, skisokken en sneeuwbroeken gehesen. En ook tig keer alles weer uit. Alles in de centrifuge om de ergste sneeuw eraf te krijgen. En vervolgens alles weer op de verwarming, zodat het weer droog was voor de volgende ronde sneeuw. Dertig km per uur over de weg rijden. Slippen met de auto waar er ruimte voor was. Net genoeg sneeuw geruimd om nog met de auto weg te kunnen. Niet teveel, het pad moest wel wit blijven!
Jan Atze had het moeilijker: gesprongen koppelingen, bevroren leidingen, kuilbulten die niet open te spitten waren, koeien die geen water konden krijgen, de melkstal die niet schoon gespoten kon worden, twee trekkers met kapotte accu’s, voerbandjes die vastgevroren zaten zodat de koeien niet gevoerd konden worden en sneeuw die dwars door de stal naar binnen werd geblazen omdat de deuren er nog steeds niet zijn. Van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat alleen maar bezig met overleven. Om alleen maar te zorgen voor water en voer voor de koeien en om ze te melken. Gelukkig ging dat na een paar dagen allemaal wat beter, zodat ook hij nog even kon gaan genieten van de sneeuw.

Maar nu dooit het. Er zit geen sneeuw meer op de takken. De daken worden steeds schoner en ik zie de sneeuw op het gras inkrimpen. Hoewel we geluk hadden dat er dit keer zo veel is gevallen en dat het vrij lang is blijven liggen, kan ik niet wachten totdat er weer opnieuw een dik pak sneeuw valt.













Geen opmerkingen: